Stationsgebieden zijn zeer in trek om te werken en wonen. De ligging nabij nationale en internationale sporen en de bereikbaarheid van andere stations en luchthavens is ideaal. We zijn gek op reizen en de trein wordt steeds vaker gekozen om van A naar B te komen. Wie het slim aanpakt, kiest werk en woning dan ook steeds vaker zo dicht mogelijk bij het station. Mede daarom worden deze locaties in rap tempo aantrekkelijk gemaakt. En dat de NS en ProRail met de representatieve nieuwe stationsgebieden enorm blij zijn, zal niemand verbazen. Maar ook de overheid steekt de duim omhoog. Want reizen per trein is beter voor het klimaat en scheelt stikstofuitstoot. Investeren in vastgoed in stationsgebieden is daarom een verstandige en duurzame keuze.
Verwaarloosde terreinen rond stations waar het vaak een walhalla van geparkeerde fietsen is, waar onkruid meer kans krijgt om te groeien dan fraaie aanplant; dat soort plekken bij stations zullen geleidelijk aan verdwijnen. Inclusief de bovengrondse autoparkeerterreinen.
Stationlocaties krijgen een geheel andere bestemming. Door meer aandacht voor duurzame nieuwbouw en vooral voor sfeervol groen in combinatie met gezellige horeca en winkeltjes, veroveren projectontwikkelaars alle harten. In de komende jaren zullen de grote stations in Nederland aan een metamorfose onderhevig zijn of deze al achter de rug hebben. En dat zal voor omwonenden en reizigers grote voordelen hebben.
Een stad die kiest voor bouwen in de hoogte kan op de schaarse vierkante meters grond ook andere ambities laten groeien. De hoogte in bouwen kan niet overal, maar het gebeurt wel op veel plekken. Kom je de komende jaren met de trein aan in OV-knooppunten als Utrecht, Tilburg, Eindhoven, Helmond, Amersfoort, Breda, Zwolle, Leeuwarden, Purmerend, Leiden, Dordrecht en Lelystad, dan zul je dit gaan zien aan de stationsgebieden.